“The character of the Dutch is identical with that of the English and Americans.
The Dutchman loves sport, commerce a fair fight, and a glass of something good.
He is a homely, domestic creature, devoted to his wife and children. Abroad the idea is prevalent that the Dutch are ‘queer people’; this is not the case; the Dutch are people to be respected and honoured for a glorious past, a glorious present, and a glorious future”.
Deze woorden zijn van de Amerikaan S.S. Abrahamson, correspondent van de “New York Herald”, van wie honderd jaar geleden een boekje verscheen: “Holland and our friends the Dutch by one living amongst them” (Amsterdam, 1910).
Abrahamson die van 1905 tot 1910 in Nederland verbleef was niet de eerste en niet de enige buitenlander die over Holland, waarmee in het buitenland vaak Nederland wordt bedoeld, schreef. Al eeuwen geleden verschenen er beschrijvingen.
Een van de eerste en bekendste is die van Lodovico Guicciardini (1521-1589): "Descrittione di tutti i Paesi Bassi, altrimenti detti Germania inferiore" (Antwerpen, 1567).
Het fraai geïllustreerde boek werd diverse malen herdrukt en verscheen in diverse talen. Een ander voorbeeld is de uitgave van Jean Nicolas de Parival (1605-1669). Deze geboren Fransman leefde vanaf 1624 in Leiden en schreef: “Les Délices de la Hollande, contenant une Description Exacte du Païs, des Mœurs & des Coutumes des Habitans“ (Leiden, 1651). Wat deze en de meeste andere beschrijvingen van voor 1800 gemeen hebben is dat ze nog voornamelijk gaan over regeringswijze, topografie, vorsten en steden.
In de 19de eeuw veranderde dit.
De welvaart nam toe evenals, dankzij treinen en stoomschepen, de mobiliteit. De eerste editie van de toeristische gids over ‘Holland’ door de bekende Karl Baedeker (1801-1859) verscheen in 1839. Ze zijn een verzamelobject op zich. Naast deze handzame reisgidsjes, vol met gedetailleerde informatie over hotels en restaurants, vervoer en vertrektijden, topografische kaartjes, tips en bezienswaardigheden verschenen er vanaf de tweede helft van de 19de eeuw ook beschrijvingen die meer bedoeld waren voor de ‘thuisblijvers’ en als voorbereiding voor een reis naar Nederland dan als handzame reisgids voor in de koffer.
Eén van de meest bekende is de uitgave van Edmondo de Amicis (1846-1908); “Ollanda” (Firenze, 1876), dat in vele talen en oplagen verscheen.
Er werd nu ook ruim aandacht besteed aan de Nederlander zelf, zijn gewoonte, zeden en (voor buitenlanders soms typische) gebruiken. Dat zien we ook terug in de illustraties van grotere plaatwerken op A4 formaat zoals de boeken van Friedrich von Hellwald en Richard Oberländer: “Nordland-Fahrten. Vierte Abteilung. Malerische Wanderungen durch Holland und Dänemark. Land und Leute, mit besonderer Berücksichtigung von Sage und Geschichte, Literatur und Kunst” (Leipzig, ca. 1882) en Richard Lovett: “Pictures from Holland, drawn with pen and pencil” (Londen, 1887).
Behalve fraaie houtgravures van gebouwen tonen ze vooral dorps- en straattaferelen en afbeeldingen van het ‘gewone’ volk in verschillende klederdrachten. Naast kanalen, dijken en polders werd er overvloedig aandacht geschonken aan typisch Nederlandse onderwerpen; zoals schaatsen, molens, klompen, Hollandse kaasmarkten en bloembollenvelden
(De Keukenhof is tegenwoordig één van de populairste toeristische bestemmingen). Maar er was ook aandacht voor minder toeristische onderwerpen zoals “pile driving” (heien) en de Nederlandse properheid; “dutch cleanliness”.
Tijdens de presentatie hield onze Prinses Máxima een korte toespraak waarin ze ondermeer zei: “Maar dé Nederlandse identiteit? Nee, die heb ik niet gevonden. Nederland is: grote ramen zonder gordijnen, zodat iedereen goed naar binnen kan kijken. Maar ook: hechten aan privacy en gezelligheid. Nederland is: één koekje bij de thee. Maar ook: enorme gastvrijheid en warmte. Nederland is: nuchterheid en beheersing. Pragmatisme. Maar ook: samen intense emoties beleven”.
Heftige emoties en discussies waren het gevolg maar al gauw bedaarde de gemoederen en dat is niet verwonderlijk want de innige band die de Nederlanders hebben met Oranje en het Koningshuis is ook al zo typisch Nederlands!