In 1975 bestond Amsterdam 700 jaar en vierde de Nederlandsche Vereeniging van Antiquaren (NVvA) haar veertigjarig jubileum. Een kort verslag van de activiteiten - ruim vijfenveertig jaar geleden - staat in de kroniek van de NVvA (blz. 43), die twintig jaar later verscheen onder de titel: "Offeren aan Mercurius en Minerva", (Amsterdam, 1995).
Daarin lees ik dat de commissie voor de organisatie van het jubileum bestond uit de antiquaren S. Emmering, N. Israel (tussentijds uitgetreden), A.L. van Gendt, E. Franco, en P.C. Notebaart (later vervangen door B. Hagen). Het congres van de International League of Antiquarian Booksellers (ILAB) vond plaats van 21 tot 25 september. Voor het eerst verscheen er een gemeenschappelijke catalogus, de 'joint catalogue of Dutch antiquarian booksellers' en de beurs die tussen 27 en 29 september plaatsvond in het Amsterdamse Marriott Hotel was, met een omzet van 3.7 miljoen gulden (een nieuw record), uiterst succesvol.
Er waren ook plannen die niet zijn doorgegaan, zoals een tentoonstelling met als thema Amsterdam en een boek van Herman de la Fontaine Verwey over 'antiquariaat en verzamelaars in Nederland door de eeuwen heen'. Pas dertig jaar later zou Piet Buijnsters daarin voorzien met zijn: "Geschiedenis van het Nederlandse antiquariaat" (Nijmegen, 2007) en "Geschiedenis van de Nederlandse bibliofilie" (Nijmegen, 2010).
Al geruime tijd weet ik dat er in dat jubileumjaar ook een replica werd geslagen van de Amsterdamse penning van het gilde van boekverkopers en -drukkers (3 mm. dik, met een doorsnee van 4 cm.). Vlak voor mijn zomervakantie kon ik die replica via Marktplaats kopen voor bijna zeventien euro (inclusief verzendkosten). Het object maakte mij uiteraard nieuwsgierig en riep onmiddellijk vragen op. Wie was de opdrachtgever geweest? De NVvA, de ILAB of de Vereeniging ter bevordering van de belangen des Boekhandels (VBBB), thans de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak (KVB)? Waar en bij wie was de penning gemaakt? Bij de Koninklijke Begeer? Wat was de oplage destijds, wat had de productie gekost en wie hadden een exemplaar ontvangen?
Dergelijke (gilde)penningen van het 'Boek-vercopers en Druckers Gilt' werden vanaf het midden van de 17de eeuw tot begin 19de eeuw uitgereikt bij toetreding tot dit gilde (dat in Amsterdam sinds 1662 bestond) en gebruikt als presentiemiddel en als legitimatie.
Ze dienden om de aanwezigheid tijdens gildebijeenkomsten te kunnen controleren maar ook om te kunnen aantonen dat men een officieel erkend vakman (en gildebroeder) was.
Antiquarisch worden ze uiterst zelden aangeboden. In 2017 dook het onderstaande exemplaar op van boekverkoper J.T. Brink G.z. uit 1804 bij veilingsite Catawiki. Helaas heb ik die veiling gemist...
In de collectie van het Amsterdamse Allard Pierson /Bijzondere collecties UvA (Bibliotheek van het Boekenvak) worden maar liefst meer dan vijftig originele exemplaren bewaard! (UBA544). Het merendeel (45 stuks!) werd in 1874 gekocht door Frederik Muller uit de veiling van de nalatenschap van J.T. Bodel Nijenhuis. Daarnaast bevinden zich exemplaren in diverse musea; zoals de gildepenning van Johannes Schot (1675) in de collectie van het Rijksmuseum. Ik ken ook een zeldzaam zilveren exemplaar in de collectie van het Haarlemse Teylersmuseum op naam van Bernardus Mourik (1734).
Bij de penning hoorde een gildebrief zoals dit voorbeeld uit 1764 in de collectie van het Rijksmuseum, op naam van de plaatdrukker Harmanús Veelwaart. Duidelijk zichtbaar is dat gildepenning en gildebrief gebruik maakten van dezelfde beeldsymboliek.
Dat geldt ook voor het (vroeg negentiende eeuwse?) lakzegel van het Amsterdamse 'Boekverkoopers, boekdruckers en kunstverkoopers gild' (eveneens in de collectie van het Rijksmuseum uit de nalatenschap van antiquaar Simon Emmering). Ook daarop zien we de bekende cartouche met ter weerszijden de attributen die we ook op de gildepenning en gildebrief tegenkomen.
In 1808 werden de gilden door Lodewijk Napoleon afgeschaft en dat gebeurde nogmaals definitief na de totstandkoming van het Koninkrijk in 1818. Twee jaar later, in 1820, werd een wet uitgevaardigd die regelde dat de resterende gildekassen en andere bezittingen van de gilden vervielen aan de desbetreffende stadsbesturen.
Terug naar die replica van brons uit 1975. Via een exemplaar dat te koop werd aangeboden op de website van munt- en penninghandelaar Laurens Schulman vond ik een verwijzing naar het tweemaandelijks tijdschrift voor numismatiek en penningkunst: "De Beeldenaar" (2005, 29ste jaargang nr. 6). Hierin staat een artikel van Raf van Laere: "Penningen in boeken", waarin een originele penning wordt beschreven met een slotopmerking over de replica.
Die beschrijving luidt als volgt: "Amsterdam; Gilde van boekverkopers en drukkers; Ø 39,5 mm. Vz.: allegorische voorstelling waarin Mercurius, de god van de handel, centraal staat. Hij houdt zijn staf in de rechterhand en een boek in de linker; onderaan drukkerswerktuigen: pers, open boek, passer, inkttampons. Legende: BOEK-VERCOPERS EN DRUCKERS GILT. Kz.: cartouche getopt door het wapen van de stad Amsterdam. In de cartouche over drie lijnen: BALTES /CARELZ /1686. Op het origineel is de tekst gegraveerd. Andere exemplaren dragen de namen van Baltes Boekholt (1658), Esaias van Claveren (1659), Harman Aelsen (1662), Jan Claes (1663), Jan Hermenz (1686), Joannes de Wees (1688) en Bernardus Mourik (1734). Van het exemplaar van Carelz werden bronzen replica’s geslagen naar aanleiding van het congres van de International League of Antiquarian Booksellers dat in 1975 te Amsterdam werd gehouden". Hoe kwam Raf aan die wijsheid? Ik stuurde hem een email en kreeg vrijwel direct antwoord dat zijn bron een exclusieve Amerikaanse numismatische publicatie was.
Het gaat om: "Rarities of Numismata Typographica. Four examples of early Dutch Printers' Bookbinders' & Booksellers Guild Medals" (Newton, 1996). Een prijzige uitgave - in cassette - met vier afgietsels in sterling silver van originele penningen (gemaakt door de Ronnie DaVinci Company). Hierbij zit een beschrijving van William Blades (1824-1890), auteur van "Numismata Typographica; or the medallic history of printing" (Diezelfde Blades was overigens ook auteur van de onder bibliofielen meer bekende: "The enemies of books").
De cassette is een uitgave van de Bird & Bull Press (1958-2013) en aan de beschrijving gaat een introductie vooraf van de uitgever en directeur, Henry Morris (1925-2019). Morris heeft overigens veel meer geschreven over 'tokens voor booksellers and bookmakers'.
Van zijn: "Rarities of Numismata Typographica" bestaan 120 exemplaren. Ook het zilveren afgietsel van de penning ten name van Baltes Carelz. zit hierin met een afbeelding en beschrijving (bladzijde 27/28). De eindnoot vermeldt: "Our example engraved; Baltes Carelz, 1686. An approximate replica of this medal was struck in bronze and issued as a keepsake during the International League of Antiquarian Booksellers Congress, held in Amsterdam in 1975". Er staat "this medal" waarmee dus niet specifiek het exemplaar ten name van Baltes Carelz. werd bedoeld. Evenmin mag de conclusie worden getrokken dat Morris de initiatiefnemer van mijn bronzen replica was. Morris kocht zijn gildepenningen namelijk pas in 1992 op de veiling in Frankfurt am Main van Dr. Busso Peus Nachf. e.K. waar de omvangrijke collectie van Paul Jehne (1851-1937) onder de hamer kwam. Inbrenger was de Münzhandlung CG. Thieme in Dresden die de collectie van Jehne's erfgenamen had overgenomen en al die tijd had bewaard.
Mijn zoektocht naar de herkomst en achtergronden van dit curiosum leverde dus helaas geen antwoord(en) op. Noch de NVvA, ILAB, VVVB (KVB) of Koninklijke Begeer konden antwoord geven of wisten er van. Het feit dat Morris wist dat er een replica was gemaakt in 1975 leek mij een aanwijzing te zijn dat de oorsprong moest worden gezocht onder numismatische verzamelaars(organisaties) in Engeland of Amerika.
Op 28 augustus publiceerde ik (de eerste versie van) dit blog en drie dagen later ontving ik een email met foto's van één van de deelnemers aan het ILAB-congres in 1975 met de volgende verhelderende inhoud.
When I read your request for information about a facsimile medallion issued for the ILAB Congress in Amsterdam in 1975 passed on by Mrs. Elstner, I knew that I had been at that congress but had no recollection of the medallion in question. As is usually the case, I found my copy while looking for something entirely different and I send you images of the medallion, the box it came in and the information leaflet that was included. As to your question of “for whom and how many”, - if I got one then every congressist got one and in those days there were anywhere between 200 and 400 participants. Usually there was a printed list of participants given to everybody, but I will have to be looking for something else to find that! Maybe the Dutch Association still has a note of those numbers.
Best wishes."
Het doosje bevatte de penning en een informatieblad met in twee kolommen (links in het Engels en rechts in het Frans) de volgende tekst:
"The medal offered you here as a remembrance of the 23th ILAB Congress is a replica of a token struck in the 18th century for the Guild of Booksellers, Printers, and Art dealers of Amsterdam.
It has not been possible to establish with any certainty when the first token was struck, but one may safely assume that guild tokens were already in use at the end of the 17th century.
The guild token can be described as follows.
Observe:
Mercury, winged and in flight, holding in his hand the caduceus or serpent-wand and in his left hand an open book. To the left of him a printing press, to the right two inkings balls. Mercury is in flight above an open book, flanked by a composing stick and open compasses. Caption: Guild of Sellers and Printers of Books.
Reverse:
The arms of Amsterdam placed above a large oval cartouche, in which a name and date can be engraved. A small twist pattern rings both sides.
Brass, cast: diam. 40 mm.".
Dus toch! De ILAB en de Koninklijke Begeer! Al weten ze het zelf niet meer...