Aantrekkelijk zag het er op het eerste gezicht niet uit. Een vaal geworden gemarmerd papieren omslagje, beduimeld papier; formaat 12˚ (Duedecimo). Wel vreemd; geen paginering, vermelding van drukker, uitgever, jaar of plaats. Zoiets trekt de aandacht, zeker als de titelpagina wel een auteur vermeldt die geen onbekende is in de Nederlandse literatuurcanon.
Hendrik Laurensz(oon) Spieg(h)el (1549-1612) schreef boeken over spraakkunst, logica en retorica. Over de ethiek schreef hij een tamelijk moeilijk toegankelijk werk, “Hart-spiegel” (Amsterdam, 1614), een onvoltooide dichtbundel aan de muzen, die postuum verscheen en zijn bekendste werk zou worden. Van naam kende ik hem en zijn ‘magnum opus’ wel, maar deze “Byspraax Almanak” kon ik niet direct thuisbrengen. Het titelblad is geïllustreerd met een afbeelding van Arion die op een dolfijn de lier bespeelt met linksachter hem een zeilschip. Eronder staat het motto van de auteur “Deughd Verheugt”.
Wie in de Short Title Catalogue Netherlands (STCN) zoekt op het woordje “Byspraax” krijgt de gegevens van één boekje dat berust bij Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. In de studiezaal bleek mij al gauw dat dit, in perkament gebonden boekje, een andere, veel kleinere uitgave is (16˚ = Sextodecimo). Bovendien staat aan het einde van het bijvoegsel: “Tot Amstelredam Ghedruckt by Ian Theunissen, Boekvercooper” (datering 1605/1606).
Aangezien de “Byspraax almanak” vaak samen in combinatie met de “Hart-spiegel” werd uitgegeven rees het vermoeden dat mijn boekje wellicht onderdeel was geweest van zo’n (latere) uitgave. En inderdaad; in de editie van Johannes Colom, “Boeck-verkooper op den Dam in de Vuyrige Colom” (Amsterdam, 1650), bleek na de “Hart-Spiegel” mijn “Byspraax almanak” te zitten.
Zoals de (onderste) foto laat zien is de typografie en de afbeelding van Arion op de dolfijn hetzelfde maar bovendien blijkt uit de (katern) signaturen dat het niet gaat om twee aparte drukwerkjes in één band maar om één uitgave. Mijn boekje is dus feitelijk een katern, mogelijk uit een sloopexemplaar, voorzien van een gemarmerd papieren omslagje.
Volgens de werkdefinitie van Jeroen Salman’s: “Populair drukwerk in de Gouden Eeuw” (Zutphen 1999) is een almanak: “drukwerk dat als vaste basis een kalender heeft, maar daarnaast altijd aanvullende teksten van informatieve en/of moreel-instructieve en/of diverterende aard bevat”. In de “Byspraax Almanak” maakt Spiegel weliswaar gebruik van een kalender maar zaken die typisch zijn voor een almanak zoals indicaties van watergetijden, maanstanden, post- en dienstregelingen, marktaanduidingen, nuttige adressen en geldtabellen etc. staan er niet in. Het is meer een calendarium met in plaats van heiligen en hun feestdagen voor elke dag één of meerdere spreuken/spreekwoorden
(= ‘byspraax’), totaal ca. 1200. Spiegel’s vroege spreekwoordenverzameling, thematisch per maand, is niet zonder cultuurhistorisch belang, ook al werd een klein gedeelte overgenomen uit de 'proverbia communia', een 15de eeuwse uitgave met spreuken/spreekwoorden.
De twaalf maanden hebben de volgende thema’s: 1. Zelfkennis, 2. Geleerdheid, 3. Berading, 4. Weldoen, 5. Spraakbestuur, 6. Geduld, 7. Gelijkheid, 8. Landzorg, 9. Huiszorg, 10. Rijkdom & armoede, 11. Avonduur & vergankelijkheid en (12) God & de natuur. Het leukste zijn natuurlijk de spreekwoorden, waarvan ik er willekeurig één per maand uitzocht.
“’T kind heeft een aartjen, van zijn vaartjen” (30 januari), “Die zijn nues steekt in alle ghaten, die haaltzer dik bescheten uyt” (7 februari), “Eerst ghedaan en na bedacht, heeft meenich int verdriet ghebracht” (2 maart), “Drie dingen zijn ghezont. Oeffent u t’aller stond, weynigh eten inde mont, loopt niet als een hond” (27 april), “Van horen zeggen liechtmen veel” (12 mei), “Met vrienden zalmen ghoed cier maken, met vreemden koopmanschap doen” ( 20 juni), “D’Engelen woonen in den Hemel, hier heeftmen met menschen te doen” (11 juli), “Die niet ooghluyken kan, en zien door de vingheren dient niet te heerschen over stadt of kinderen” ( 11 augustus), “Een Vrouw mint of zy haat, zelden houtse maat” (24 september), “Het tijdtlijk ghoed, dat dikmaal doet de mensch bekore, wert met moeyte verghaart, met zorghe bewaart, met rouw verloren” (4 oktober), “De tijdt is kort, de doodt is snel, wacht u van zonden zo doe dy wel” (27 november), “Daar was noyt kap zo heyligh, of de duyvel krijchter zijn hooft wel in” (12 december).
Welke spreuk bij uw geboortedag staat? Mail me even...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten