Er zijn talloze edities en vele uitvoeringen en antiquarisch zijn ze over het algemeen goed verkrijgbaar.
In Buijnsters “Bibliografie van het Nederlandse school- en kinderboeken 1700-1800” (Zwolle, 1997) lezen we op bladzijde 127 dat er in die periode, voor ouders die het konden betalen, ook al fraai geïllustreerde kinderbijbels verkrijgbaar waren. “Maar”, zo schreef hij, “het leukste op dit gebied was zonder twijfel De kleine Print-bybel (1720), een naar Duits voorbeeld bewerkt rebusboekje, dat tussen 1720 en 1793 minstens negen drukken beleefde”.
Onlangs kon ik daarvan een exemplaar, gebonden in perkament, bemachtigen.
Het is de vierde editie uit 1736 en de derde en laatste die door Gerrit Bouman in Amsterdam werd uitgegeven. De volledige titel luidt: “De kleine print-bybel, Waar in door verscheide afbeeldingen een meenigte van Bybelsche spreuken verklaart werden. Tot vermaak van de Jeugd, en om te leeren elken zaak naaukeurig af te schetzen, en by haar regte naam te noemen, ook de spreuken der H. Schrift by na zonder moeite in de geheugenis te brengen”.
Interessant is dat er van deze uitgave in 1736 twee verschillende edities bij Gerrit Bouman verschenen. Eén met op het titelblad een afbeelding van een schaal vruchten geflankeerd door twee vogels (Buijnsters 955) en één, zoals mijn exemplaar, met op het titelblad een ploegtrekkende os (Buijnsters 956).
Anders dan de titel doet vermoeden is het feitelijk geen kinderbijbel maar een verzameling van honderd vijftig Bijbelse spreuken in rebusvorm. Bovenaan de bladzijde met afbeeldingen staat steeds een verwijzing naar de vindplaats in de bijbel, onderaan een tweeregelig rijmpje dat de Bijbeltekst kort samenvat.
Achterin meegebonden zit een ‘sleutel’ die van elke rebus de juiste tekst geeft.
We kunnen veilig vaststellen dat deze uitgave voor de jeugd mateloos populair moet zijn geweest. Dat valt af te leiden uit de talloze herdrukken die alleen al in de 18de eeuw verschenen maar ook uit het aantal daarvan bewaard gebleven exemplaren dat in de Short Title Catalogue Netherlands (STCN) wordt vermeld. Opvallend is echter dat ze vaak incompleet zijn. Ook de 18de eeuwse exemplaren die momenteel via (internet)antiquariaten worden aangeboden vertonen uiteenlopende gebreken.
Opmerkelijk is ook dat wie denkt op de website van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL) een mooi ‘inkijk’ exemplaar te vinden, bedrogen uitkomt. De PDF-scans van het ‘gebruikt exemplaar’ uit de stadsbibliotheek Haarlem tonen een beduimeld kartonnen bandje en ruim de helft van het boekje ontbreekt. Stukgelezen? Een goed compleet exemplaar is kennelijk schaars.
Het idee achter deze rebus-Bijbel, dat kinderen makkelijker zouden leren en onthouden door middel van plaatjes, stoelt op de denkbeelden van de Tsjechische filosoof, theoloog en pedagoog Jan Amos Comenius (1592-1670). In zijn in 1658 verschenen ‘Orbis sensualium pictus’ (De zichtbare wereld in beeld), ook wel de stamvader van alle kinderboeken genoemd, komt dit duidelijk naar voren.
De daarin opgenomen afbeeldingen toonden genummerde voorwerpen.
Bij de corresponderende nummers werd de naam genoemd en een verklaring in het Latijn en de landstaal. Elk kind kon zich hiermee, zonder al te veel hulp, zelf ontwikkelen en dat was ook de bedoeling. Didactisch werkte het uitstekend. Alle elementen waren immers aanwezig: het aanschouwelijke, het zelf lezen en het zelf doen, het inductieve en het deductieve, het geheel en het detail.Zoals gezegd was de kleine ‘Print-bybel’ zeer populair. Ook in de negentiende en twintigste eeuw verschenen heruitgaven. Een interessant voorbeeld dat al zeer lang in mijn collectie zit en wonderlijk genoeg zeldzamer is dan zijn achttiende eeuwse voorganger is: “De kleine beeldenbijbel. Woorden in beelden uit de H. Schrift en de apocriefe boeken” (Voorburg, 1895). Het boekje kostte destijds één gulden en was een heruitgave van de eerste editie van de kleine ‘Print-bybel’ uit 1720.
Meest opmerkelijk is het voorwoord door de gereformeerde predikant Johannes Cornelis Sikkel (1855-1920): “Scheen mij dit boekje bij den eersten blik minder geschikt voor onzen tijd, na nauwkeuriger beschouwing meen ik, dat het aan de jeugd en den huiselijken kring nuttige bezigheid en oefening biedt, waardoor de kennis van des Heeren Woord ongemerkt bevorderd wordt, en iets van den geestelijken inhoud van Gods getuigenis wordt geleerd. Mocht de Heere het daartoe nog zegenen! Enkele bladzijden, als minder geschikt voor de jeugd in beeld of woord, liet ik vervallen, en de rijmpjes, die al te kreupel en onverstaanbaar waren, verbeterde ik”.
Sikkel moderniseerde de spelling en enkele plaatjes werden aangepast, zoals pagina’s 36 en 122 uit Bouman, waar respectievelijk een lint met ‘De Heere’ en de figuur van Jezus, werd weggelaten. Maar u bent waarschijnlijk, net als ik, veel nieuwsgieriger naar de ‘vervallen’ pagina’s; ‘minder geschikt voor de jeugd’.
Het blijkt om pagina 54, 129, 131, 138, 140 en 143 uit de Bouman uitgave te gaan. Het spreekt voor zich dat ik juist deze zes ontbrekende pagina’s hier als illustratiemateriaal toon zodat u zelf kunt oordelen.
Voor diegene die graag een exemplaar van deze ‘all time’ kinderbijbel willen bemachtigen, maar niet bereid zijn daar meer dan tien euro voor te betalen, zijn er nog de verschillende goed verkrijgbare facsimile uitgaven.
Zo bezat ik van de Bouman editie uit 1736 al een facsimile verzorgd door John Landwehr (Leiden, 1965). Ook van de Sikkel uitgave uit 1895 bestaat een facsimile.
Speciaal aanbevolen voor hen die genoegen nemen met zes pagina’s minder!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten